top of page

𝗗𝗼𝗯𝗵𝗲𝗶𝗱𝗲 𝗵𝗲𝗿𝘀𝗰𝗵𝗿𝗶𝗷𝗳𝘁 𝗱𝗲 𝗸𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿𝗯𝗶𝗷𝗯𝗲𝗹: “𝗟𝘂𝘀𝘁 𝗷𝗶𝗷 𝗼𝗼𝗸 𝗲𝗲𝗻 𝗯𝗿𝗼𝗼𝗱𝗷𝗲 𝗽𝗼𝗲𝗽?”

  • Foto van schrijver: Dobheide
    Dobheide
  • 25 dec 2024
  • 5 minuten om te lezen

De ontmoeting en de Engel


Lang geleden, in een klein dorpje, woonde Jozef, een timmerman met grootse dromen. Op een dag zag hij Maria, de mooiste vrouw die hij ooit had gezien. Jozef rechtte zijn rug, deed zijn haar een beetje goed en probeerde indruk op haar te maken. "Yeah, schatje. Sexy! Keihard. Superfit. Wat een kanjer!" zei Jozef met zijn beste glimlach. Maria keek naar hem, glimlachte breed en riep enthousiast:"Yabba-dabba-doo!" De vonk was overduidelijk overgesprongen.


Net toen ze elkaar beter wilden leren kennen, verscheen er een wezen uit het felle licht met grote vleugels. Jozef en Maria begroetten hem samen met: "Hallo, meneer de uil. Waar brengt u ons naartoe? "Maar het was helemaal geen uil, het was een engel.

Met een diepe stem zei de engel: "Luister even wat ik roep: lust jij ook een broodje poep?"

Jozef trok een wenkbrauw op en antwoordde snel: "Een broodje poep vinden wij vies."

"Dus jullie zeggen dat ik gek ben?" vroeg de engel.

"Ja, je bent hartstikke gek," reageerde Jozef.

De engel reageerde gepikeerd, maakte een raar geluid, sloeg zich woest twee keer met zijn vleugels op de kop en dreigde met twee gebalde vuisten op elkaar naar Jozef, maar gelukkig klom hij weer naar boven.


De lange weg naar Bethlehem


Kort daarna moesten Jozef en Maria op reis naar Bethlehem. De weg was zwaar, en na een tijdje verzuchtte Jozef: "Het leven is een wervelstorm, hier in Duckstad." Ze waren moe en hadden dringend rust nodig. Maar toen ze in Bethlehem aankwamen, bleek er nergens plek te zijn. Alle herbergen zaten vol, en dus besloten ze naar een stal te gaan. Maria keek beteuterd naar haar overnachtingsplaats, maar Jozef riep enthousiast: "Hasta la pasta, dit is de villa!"

In die eenvoudige stal gebeurde iets bijzonders. Plotseling klonk er een mysterieuze stem:"Plopperdeplopperdeplop!" En daar was het wonder: Maria beviel van een zoon, een Zoon van God.


De naam van de baby


Maria keek haar pasgeboren kindje liefdevol aan. En er kwam niet veel meer dan gebrabbel uit: “I laila, 'O Kaua'i la. No malihini 'ohana.”


"Hoe zullen we hem noemen?" vroeg ze aan Jozef.

Jozef schraapte zijn keel en stelde enthousiast voor:"Barbapappa!"

Maria trok een gezicht. "Nee, dat is niks."

Jozef ging verder:"Barbamama? Barbabenno? Barbabella? Barbabientje? Barbaborre? Barbabob? Barbabee? Barbalala?"

Maria keek afkeurend naar Jozef, maar toch deed hij nog één poging: "Tinky Winky."

Maria: "Tinky Winky?"

Jozef: "Dipsy."

Maria: "Dipsy?"

Jozef: "Laa-Laa."

Maria: "Laa-Laa?"

Jozef: "Po!"

"O, o!", zei Maria. Ze schudde haar hoofd en zei vastberaden: "We noemen hem Jezus."

Jozef mompelde: "Oké, maar in het Wilde Westen noemen ze hem Lucky Luke."


De drie wijzen en Boes Boes


Kort daarna werd er aangeklopt. "Pipo de Clown en Mammaloe," grapte Jozef. Maar nee, er kwamen drie wijzen op bezoek. "Hier zijn Titia Konijn, Jan de Bom en Hein Gatje. We willen graag behulpzaam zijn, maar zorg dan even dat je een brief stuurt of een kladje."

"Dus jullie hebben niets meegebracht?" vroeg Maria.

"Nee," antwoordden de wijzen, "ze zeiden tegen ons: ‘Schuif gezellig aan en laat je speelgoed staan.’"


Ondertussen maakte Jozef zich zorgen of zijn zoon wel een goede opvoeding zou krijgen. Hij keek de stal rond en vroeg al snel: "Welke os kan ons iets leren?" Plotseling antwoordde iemand: "Boes Boes." "En een fietsband repareren?" vroeg Jozef. "Boes Boes, Boes Boes," was het antwoord. Goed onderwijs was verzekerd.


Jezus groeit op


Toen Jezus ouder werd, stond hij op een dag op en zei zelfverzekerd: "I wanna be the very best, like no one ever was!" Jozef glimlachte trots, maar waarschuwde hem: "Pas goed op, jongen. Kijk uit voor mensen die je niet begrijpen. Er zijn heel wat mensen voor minder onterecht veroordeeld."


Want Jozef ontdekte in het scheepsjournaal van kapitein Ortega in een klooster dat uitkijkt over de zee het volgende bericht: “In 1972 a crack commando unit was sent to prison by a military court for a crime they didn't commit."


Maar Jezus trok zich daar niets van aan. Hij ging de wereld in en verkondigde zijn boodschap: "Als we samenwerken, zijn we sterker, beste vriend. En we eten graag een hapje. Da’s verdiend! Kijk uit, wij zijn de probleembrigade! Hamtaro!"

(Of zoals hij het later nogmaals zei met iets andere woorden: "Twee maal drie is vier Wiedewiedewiet en twee is negen, ‘k Richt de wereld in, Wiedewiedet naar mijn eigen zin.")


Meer wijsheid van Jezus


Jezus had een manier van praten die mensen zowel verbaasde als inspireerde. Hij zei vaak dingen die simpel waren, maar heel diep gingen:

"Daar komt Swiebertje, rare Swiebertje

Onze Swieber met zijn ingedeukte hoed

Daar komt Swiebertje, rare Swiebertje

Onze Swieber die steeds malle dingen doet."


Soms leek het wel alsof hij wilde zeggen: "Het leven is niet altijd wat je verwacht. Wees geduldig, wees vriendelijk," maar dan klonk het als: "Het Sinterklaasjournaal met Dieuwertje Blok."


Jezus begreep dat het leven soms ingewikkeld was, maar hij bleef altijd geloven in liefde en vergeving. Hij vertelde de mensen dat ze geen zorgen moesten maken over morgen en probeerde ze gerust te stellen door in keurig Algemeen Beschaafd Nederlands te zeggen: "Alé, ge hebt het of ni. Ge hebt geen zorgen! Zorg maar dat ge geniet!”


Het Laatste Avondmaal en zijn ultieme boodschap


Tijdens het laatste avondmaal, toen hij met zijn vrienden het brood brak, zei hij:

Intro Tom & Jerry (instrumentaal).


Hij dronk met hen van de wijn en zei: "Er zijn 104 dagen zomervakantie voor de school weer gaat beginnen, maar het grootste probleem waar we nu eens mee zitten is dat we weer iets moeten verzinnen."


Onder zijn discipelen was er ineens toch iemand die iets had van “Soms weet ik niet, wat ik voel, wat ik wil, wie ik ben. Hoor ik er wel helemaal bij?” Het was Judas, Judas die hem verraadde. En Judas dacht: "Ja, jij kwekt voor hem en kwakt voor haar en snatert heel wat bij elkaar."


De kruisiging en de opstanding


Het was aan Jezus om zelf een kruis in elkaar te timmeren, en dat zag hij nog wel optimistisch in. "Kunnen wij het maken?!" riep hij enthousiast. Maar toen hij het kruis alleen de berg op moest tillen, moest hij terugdenken aan z’n tante. "Lieve tante Greetje vraagt altijd aan mij: wat wil je later worden in de maatschappij? Tante, lieve tante, ik heb geen idee. Maar momenteel was ik liever stratenmaker op zee."


Toch probeerde hij de goede moed erin te houden en terwijl hij aan het kruis hing en toch zijn ijdelheid niet kon verbergen, zei hij: "Zou ik soms mijn leven dromen? Ik neem het maar zoals het komt. Ik kan me zo toch niet vertonen, al dat ijzer in m’n mond"


Dit was het ultieme teken van liefde en vergeving. En zelfs toen hij aan het kruis stierf, richtte hij zich tot God met één laatste vraag: "Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?" Het was duidelijk dat zijn reis nog niet voltooid was.


Drie dagen later stond Jezus op uit de dood en zei: “Hallo vriendjes en vriendinnetjes!” Mensen stonden perplex. Hoe is dit mogelijk? Maar Jezus kon met zekerheid zeggen: "Mijn vader is een tovenaar, ’t is echt, ’t is heus, ’t is raar maar waar."


De Hemelvaart


Na zijn opstanding verscheen Jezus nog enkele keren aan zijn discipelen. Bij zijn Hemelvaart zei hij: "Toet, toet. Boing, boing. Brum!"


Op de vraag met wie Jezus, terugkijkend op zijn leven, zich het meeste kon identificeren, had hij maar één antwoord: "Dr. Snuggles! Want Dr. Snuggles helpt overal waar hij kan. Dr. Snuggles gelooft in een betere wereld."


Voordat hij verdween, beloofde hij plechtig, met zijn laatste woorden, zijn eeuwige aanwezigheid: "Ik koekeloer hier, ik koekeloer daar, ik koekeloer het hele jaar."


En mochten er in de toekomst op één of andere manier dingen voorkomen binnen onze kerkelijke gemeenschap waaraan je twijfelt of het wel door de beugel kan, dan had Jezus daar nog een duidelijk advies voor: "Oogjes dicht en snaveltjes toe."

 

ree

 
 

Top Stories

© 2035 by The Global Beunhaas BV

bottom of page